Alfabetische Lijst Trefwoorden
Hieronder een alfabetische lijst met trefwoorden/vaktermen (neem deze uit je basistekst, stap 2.6).
Aangrenzende gebieden | Direct naast liggend gebied (onderdeel van een groter geheel: een deskundige op sportgebied) |
Aanpassingsstoornis | een psychische aandoening. Deze treedt op als reactie op de emotionele en psychische stress die ontstaat bij belangrijke veranderingen het leven. Deze veranderingen kunnen zowel positief als negatief van aard zijn. |
Actieradius | Bereik waarbinnen je iets kunt doen. |
Acute | Plotseling en hevige |
Affect | => In de psychologie is het affect een patroon van waarneembaar gedrag waarmee een subjectief gevoel tot uitdrukking wordt gebracht. |
Afkets | Afstuiten van voorstellen, plannen, voorvallen verworpen worden, niet doorgaan, geen ingang vinden= afspringen, mislukken |
Agitatie | Opwinding,onrust |
Agorafobie | (=straatvrees/pleinvrees) Het huis niet goed meer uit durven vanwege irreële angst. De angst heeft niet alleen betrekking op grote lege ruimten, maar vooral op de mensen die zich daar ophouden. De persoon wordt vooral beangstigd door de gedachte dat er geen eenvoudige ontsnappingsmogelijkheden bestaan om het eigen huis snel te bereiken. In ernstige gevallen kan agorafobie iemand volledig aan zijn huis kluisteren. |
Ambulant | als iets of iemand geen vaste plaats heeft |
Anamnese | Ziektegeschiedenis |
Angst | Angst is een emotie veroorzaakt door een waargenomen of beleefde bedreiging en die meestal leidt tot een vermijding of ontwijking daarvan. |
Angstgevoeligheid | De neiging om angstsymptomen schadelijk of catastrofaal te interpreteren |
Antagonisme | tegenovergestelde werking van zenuwen of spieren (bijvoorbeeld buig- en strekspieren) of tegenovergestelde werking van geneesmiddelen, giffen of ziekten, waarbij de aanwezigheid van de ene aandoening voorkomt dat de andere kan ontstaan. |
Antipsychotica | Medicijnen tegen psychosen |
Anticipatieangst | verwachtingsangst, angst lang voordat de gevreesde situatie zich voordoet |
Antidepressivum | verzamelnaam voor geneesmiddelen met stemming verbeterende en depressie bestrijdende werking. |
AUC-waarde | Daarin wordt de voorspellende waarde van agressie voorgesteld. |
Arousal | Prikkeling medisch opwekking van een heldere bewustzijnstoestand dankzij prikkeling vanuit de reticulaire formatie |
Asperger | (voluit: syndroom van Asperger) aan autisme verwante gedragsstoornis die gepaard gaat met rigide gedragspatronen, eenzelvigheid en het opgaan in bijzondere interesses. |
Autismespectrumstoornissen | is een term die wordt gebruikt voor de visie dat de autistische stoornis en daaraan verwante aandoeningen een continuüm vormen, waarbij de symptomen als glijdende schaal kunnen worden beschreven. |
Behaviorisme | richting in de psychologie die zich uitsluitend bezighoudt met waarneembaar gedrag van mens en dier. |
Beperkte symptoomaanval | Indien er minder dan vier symptomen zich zullen manifesteren dan is er sprake van een beperkte symptoomaanval. |
Big science | Een term die gebruikt word om een serie veranderingen aan te duiden binnen de wetenschappen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. |
Bipolaire stoornis | Ook wel manisch- depressieve stoornis genoemd. Stemmingsstoornis waarbij iemand zich afwisselend heel goed (manisch) en heel slecht (depressief) voelt |
Bloemlezingen | is de literaire term voor een verzameling van de mooiste en beste stukken uit poëzie of proza. |
Body dysmorphic disorder (BDD) | Een stoornis van de lichaamsbeleving of morfodysforie is een psychische aandoening die zich kenmerkt door een afwijkend beeld dat men van zijn eigen lichaam heeft. BDD wordt ook wel ingebeelde lelijkheid genoemd. |
Burden of disease | is de impact van een gezondheidsprobleem gemeten door financiële kosten, mortaliteit, morbiditeit of andere indicatoren. |
Cascade | Proces dat in stappen verloopt |
Chronisch | herhaaldelijk terugkerend, met blijvend, slepend verloop, in tegenstelling tot ‘acuut’. |
Chronische depressie | Daarmee wordt bedoelt een heel lang aanslepende, soms levenslange depressie. |
Classificatie | Het toekennen van een klasse aanduiding aan verschijnselen. |
Cognitieve therapie | Een vorm van psychotherapie die zich erop richt automatische negatieve gedachten te doorbreken. Deze aanpak werd bijvoorbeeld voorgestaan door de psychiater Aaron Beck, die dacht dat bij vrijwel iedere geestelijke stoornis automatische gedachten een rol spelen. |
Consistent | met elkaar kloppend, op een logische manier samenhangend |
Comorbiditeit | multimorbiditeit in ’t bijzonder verschijnsel dat een patiënt tegelijkertijd twee of meer ziekten heeft, waarbij er een relatie bestaat tussen de verschillende aandoeningen, bv. omdat ze vaak samen optreden of omdat er een gemeenschappelijke achterliggende oorzaak voor is |
Communautair | Wat betrekking heeft op de gemeenschappen. |
Compelatiewerken | een publicatie over een bepaald onderwerp dat over dat onderwerp geen nieuwe informatie biedt, maar de reeds bestaande informatie over dat onderwerp bijeenbrengt |
Conditie | De actuele gezondheidstoestand. |
Contra-indicatie | een reden om een behandeling of onderzoek niet uit te voeren. |
Depersonalisatie | Stoornis in de zelfwaarneming, gekenmerkt door een subjectief ervaren, vrijwel steeds onaangenaam gevoel van vervreemding, verandering, of onwerkelijkheid in de relatie van de patiënt t.o.v. zichzelf of het eigen lichaam. Het gevoel van vervreemding of verandering heeft nooit werkelijkheidswaarde voor de patiënt maar altijd een alsof-karakter. |
Depressieve stoornis | stemminsstoornis |
Derealisatie | Het lijkt alsof de buitenwereld onwerkelijk is geworden, of op een grote afstand staat. |
Desensitisatie | Het minder gevoelig worden voor bepaalde prikkels die angst of onrust oproepen. |
Determineren | vaststellen tot welke soort iets behoort, vooral van planten en dieren maar ook bij mensen. |
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disordera (DSM) | De DSM is een Amerikaans handboek dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient. |
Diagnosticeren | De diagnose opmaken, diagnose is het onderkennen van een ziekte, de oorzaak van een probleem achterhalen |
Diagnostiek | methoden of technieken om een ziekte of probleem te kunnen vaststellen. |
Differentiaaldiagnose | Diagnose waarbij uit sterk verwante alternatieven gekozen moet worden |
Differentiële diagnostiek | Een differentiële diagnose is een wetenschappelijke methode om uit een lijst van mogelijke aandoeningen waaraan een bepaalde patiënt zou kunnen lijden, gegeven de klachten en symptomen die op dat moment bekend zijn, een diagnose te stellen. |
DNA | afkorting van: deoxyribonucleic acid desoxyribonucleïnezuur: stof die de drager is van alle erfelijke eigenschappen van mensen en dier |
Drop-out | uitvaller |
DSM-IV | Diagnostic and statistical Manual of Manual Disorders: hulpmiddel in de vorm van een lijst van criteria, voor het vaststellen van autisme. |
Dwang | Het uitoefenen van macht om iemand tegen diens wil iets te laten doen of laten. |
Dwangneurose | psychische stoornis waarbij iemand angstig is en dwanggedachten- of handelingen heeft. Er bestaat een ziekelijke behoefte aan ordelijkheid, perfectionisme en beheersing. |
Dysthyme stoornis (dysthymic disorder) | chronische depressieve stemming |
Dyspneu | Ademnood, kortademigheid |
Echolalie | Napraten |
E-health | Gebruik van moderne informatie- en communicatietechnologie (in het bijzonder internet), ter ondersteuning van de gezondheidszorg. |
Eetstoornis | psychische stoornis in het eetgedrag |
Effectiviteit | een handelwijze is effectief of doeltreffend als de betreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van het beoogde doel. In feite wordt dus het effect gemeten van een bepaalde handeling. |
Etiologie | Bestudering van oorzaken |
Evidence Based Medicine | is het expliciet, oordeelkundig en consciëntieus gebruikmaken van het beste beschikbare bewijs bij het maken van een keuze voor de behandeling van een patiënt. Dit alles gegeven de stand van de (medische) wetenschap van dat moment. |
Exploreren | verkennend onderzoek doen, om iets te vinden. |
Externaliseren | Oorzaken buiten eigen persoon gelegd om ze te verklaren |
Extrapiramidaal | Letterlijk betekent het: alle hersendelen buiten de piramidebaan. De piramidebaan is de route waarlangs vanuit de motorische hersenschors opdracht wordt gegeven om spieren te activeren, zodat een geplande beweging daadwerkelijk wordt uitgevoerd. |
Farmacotherapie | Behandeling van een ziekte met medicijnen |
Fear of Fear | Angst voor fobieën |
Flooding | de psychotherapie die tracht angsten uit te laten doven door de cliënt aanhoudend bloot te stellen aan waar hij angstig voor is. |
Fobie | Een psychische aandoening waarbij iemand, om doorgaans onduidelijke redenen, een overmatige angst ontwikkelt voor specifieke zaken of situaties. |
Forensisch psychiatrisch | Deze zorg word toegekend aan personen met een psychische stoornis die een strafbaar feit hebben gepleegd. Bij deze personen is het risico hoog dat ze opnieuw een strafbaar feit zullen plegen. |
Functiedifferentiatie | functiedifferentiatie is het creëren van functies met verschillende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Bij functiedifferentiatie gaat het om de taken die aan een functie worden gekoppeld. De organisatie bepaalt de samenstelling van het takenpakket van de functionaris en kan taken toevoegen of weer |
Gedragstherapie | Een vorm van psychotherapie die sinds het beging van de jaren zestig bestaat. Het uitgangspunt van de behandeling is dat ongewenst gedrag is aangeleerd en dus ook weer kan worden afgeleerd. |
Gegeneraliseerde angststoornis | Een psychische aandoening waarbij de patiënt lijdt aan langdurige buitensporige angstgevoelens en zorgen die moeilijk onder controle te krijgen zijn. |
Geïndiceerd | aanwezig, noodzakelijk, nodig geacht. |
Geografische herverdeling | wanneer de productie van goederen in een geografisch gebied naar een ander geografisch gebied wordt verplaatst. |
Habituatie | gewenning, het afnemen van de reactie op een prikkel als die langdurig wordt aangeboden. |
Hallucinaties | Zintuiglijke gewaarwordingen van iets dat er niet is |
HCR-20:H-subschaal, C-subschaal, R-subschaal | Historical Clinical Risk Management -20. Dat is een instrument die mensen in de geestelijke gezondheidszorg helpt. Zo kunnen die personen die personen de kans inschatten of de persoon gewelddadig is. H-schaal berekent het dan vooral op historische niveau. C-schaal op klinisch niveau en R-schaal gaat dan om het risico. |
Heteroanamnese | De voorgeschiedenis van een ziekte zoals deze is te construeren uit mededelingen van andere personen dan de patiënt zelf, zoals familieleden |
Honoraria | Een vergoeding, vaak in de vorm van een vastgestelde prijs die men betaalt voor het verrichten van professionele diensten of voor het gebruiken van een vereiste vaardigheid of talent. |
Hyperthyreoïdie | Er is sprake van Hyperthyreoïdie wanneer er een teveel aan schildklierhormoon in het bloed aanwezig is. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is hyperthyreoïdie zelf geen ziekte maar het gevolg van een onderliggende aandoening. |
Hypochondrie | Ziekelijke aandoening waarbij je voortdurend bang bent om ziek te zijn en meent symptomen van ernstige ziekten te hebben terwijl uit onderzoek niets blijkt. |
Idiosyncratische | Zelfgevormde |
Indicatie | een aanwijzing |
Indicatiestelling | Het vaststellen van de zorgbehoefte door een medewerker van het Centrum voor Indicatiestelling Zorg (CIZ), conform het recht van de zorgvrager op vergoeding van die zorg. |
Intakegesprek | oriënterend gesprek door een instantie met een cliënt. |
Intensive Short-Term Dynamic Psychotherapy (ISTDP) | is een unieke vorm van psychodynamische behandeling die de snelle oplossing van een breed spectrum van emotionele stoornissen vergemakkelijkt. |
Internaliseren | Met internalisering wordt in de sociologie het proces bedoeld waarbij mensen zich bepaalde sociale regels eigen maken, zodat deze regels na verloop van tijd niet langer worden beschouwd als van buitenaf opgelegde voorschriften maar als richtlijnen die men zelf heeft gekozen |
Innovatie | Vernieuwing, Innovatie is de ontwikkeling en succesvolle invoering van nieuwe of verbeterde producten en diensten, productie- en distributieprocessen. |
Interpersoonlijk | heeft te maken met de onderlinge relatie tussen personen. |
Inventarisatie | een lijst met gegevens over iets. |
Interventie | actieve handeling om een probleem op te lossen. |
Intramurale agressie | Dat is agressie die voorkomt in een zorginstelling, ziekenhuis of andere instelling. Deze agressie kan ontstaan uit stress door de omgeving. |
IPT-G | interpersoonlijke psychotherapie in groep. |
Karakterneurose | verouderde omschrijving van persoonlijkheidsstoornis |
Klinisch | Wat het medische betreft |
Klinische risicotaxatie | Het gaat om het doen van een uitspraak over de waarschijnlijkheid dat een bepaald persoon in de toekomst specifiek omschreven (gevaarlijk) gedrag zal vertonen. Het gaat dan om risico’s voor anderen en zichzelf. |
Lamotrigine | Lamotrigine is een geneesmiddel dat voorgeschreven wordt voor de behandeling van bepaalde vormen van epilepsie. Het wordt ook gebruikt voor het voorkomen van depressie of manie bij bipolaire stoornis. |
Likertschaal | is een doorgaans schriftelijke methode om moeilijk te kwantificeren gegevens toch te kunnen ondervragen en te kunnen behandelen op ordinaal meetniveau. De schaal is vernoemd naar Rensis Likert, die de schaal voor het eerst in 1932 gebruikte. |
Manifest | Onmiddellijk herkenbaar |
Multiaxiaal | Opgebouwd uit vele centrale draden |
Multidisciplinair | Samengestelde uit verschillende betrokkenen |
NAO | Niet anderszins omschreven |
Neurotransmitters | Een neurotransmitter of overdrachtstof is een signaalstof die in synapsen zenuwimpulsen overdraagt tussen zenuwcellen ('neuronen') in het zenuwstelsel of impulsen overdraagt van motorische zenuwcellen op spiercellen of van zenuwreceptoren op sensorische zenuwcellen. |
Obsessief- compulsieve stoornis | Een mentale toestand die een sterk gevoel van onzekerheid, twijfel, zich zorgen maken of angst veroorzaakt in het hoofd van de persoon. Deze gevoelens lokken dan rituelen uit zoals controleren of herhalen. |
Ongecompliceerd | eenvoudig |
Ontwikkelingsstoornis | Een ontwikkelingsstoornis is een neurologische of psychische aandoening die optreedt bij kinderen of adolescenten en die een belemmering en/of afwijking vormt in de normale ontwikkeling. |
Organische stoornis | Een psychische aandoening die wordt veroorzaakt door beschadiging of dysfuncties in de hersenen. |
Paniekstoornis | Iemand met een paniekstoornis heeft regelmatig paniekaanvallen. Tijdens een paniekaanval wordt hij of zij onverwacht overvallen door een plotselinge golf van intense angst of intens onbehagen. |
Paresthesieën | Doofheid of tintelende sensaties in ledematen |
Pathologie | bestudeert het ontstaan en verloop van ziektes. Als zodanig is het een onderdeel van de geneeskunde. De pathologie kan worden onderverdeeld in de etiologie, waarin de oorzaken van een pathologisch proces worden bestudeerd, en de nosologie: de indeling van ziekten. |
Pavor nocturnus | Slaapstoornis gekenmerkt door terugkerende perioden van ontwaken ingeleid door een paniekerige schreeuw, intense angst en de de daarbij behorende verschijnselen, het niet direct tot bedaren gebracht kunnen worden en het ontbreken van nauwkeurige herinneringen aan dromen en aan de voorafgaande perioden |
Persistent | Blijvend, Volhardend. |
Persoonlijkheidsstoornis | Persoonlijkheidsstoornissen vormen een categorie van psychische aandoeningen die gekenmerkt worden door een star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen die binnen de cultuur van de betrokkene duidelijk afwijken van de verwachtingen. |
Pervasieve ontwikkelingsstoornis | Term in de psychiatrie waarmee vier ontwikkelingsstoornissen plus een restgroep worden aangeduid. Met ‘pervasief’ wordt ‘diep doordringend’ bedoeldTerm in de psychiatrie waarmee vier ontwikkelingsstoornissen plus een restgroep worden aangeduid. Met ‘pervasief’ wordt ‘diep doordringend’ bedoeld |
Pervasieve Ont- wikkelingsstoornissen | stoor- nissen vanuit de vroege jeugd die diep in het functioneren inwerken en tot in de volwassenheid voortduren |
PCL-R | Dat is de afkorting van Psychopathy Checklist-Revised. |
Pilotonderzoek | Onderzoek waarbij een in theorie bedachte oplossing, zoals een nieuw programma of interventie, voor het eerst op kleine schaal wordt uitgetest. |
Placebo-effect | effect van een stof zonder direct medisch werkzaam bestanddeel, dit effect ontstaat indirect via de hersenen en berust op onbewuste psychische processen. |
Polygenetische kwetsbaarheid | De kwetsbaarheid of aanleg voor mentale ziekten ligt niet in 1 gen, maar in meerdere. |
Posttraumatische stress-stoornis | De verzamelnaam voor een groep klachten die kunnen ontstaan na het meemaken van een schokkende, traumatische gebeurtenis. |
Predictieve validiteit | Is een vorm van validiteit van een test of meting waarmee wordt aangegeven in hoeverre een test een criterium buiten de test kan voorspellen. |
Preoccupatie | dwangmatig bezig zijn |
Presenteïsme | werknemers die wel aanwezig zijn, maar waarvan de productiviteit ver onder het gemiddelde zakt doordat ze zicht uitgeput of gedemotiveerd voelen. |
Prevalentie | Sociologie het voorkomen van een verschijnsel binnen een bepaalde groep op een bepaald moment Verkorting van ziekteprevalentie •de stijging van de prevalentie van diabetes, obesitas |
Projectie | een afweermechanisme met behulp waarvan bedreigende gevoelens, driften en ideeën worden toegeschreven aan iemand anders. |
Psychodrama | Drama waarin de handeling wordt bepaald door het psychisch conflict waarin een of meer personages zich bevinden. |
Psycho-ecuatie | Het geven van voorlichting en instructie aan de cliënt en de ouders, partners of andere gezinsleden. Het kan gaan over de symptonen en de gevolgen van de psychiatrische problematiek, de betekenis van een cognitieve beperking en de werking en bijwerkingen van medicatie |
Psychofarmaceutische revolutie | een periode van ingrijpende veranderingen in het meten en behandelen van psychische stoornissen. |
Psychopathie | Een persoonlijkheidsstoornis waarbij de gewetensfunctie, die zich in baby- en peuterfase ontwikkelt, achterblijft in de ontwikkeling of geheel niet tot stand komt. |
Psychopathologie | de leer van de psychische ziekte (geestelijk en psychologisch) of lijden of van de handelingen en ervaringen die kunnen wijzen op een psychische ziekte of handicap. Psychopathologie is een deelgebied van de psychologie en de psychiatrie. |
Psychose | Geestesziekte waarbij men wanen heeft |
Psychosociaal | Behorend tot of betrekking hebbend op de sociale aspecten van en invloeden op psychische verschijnselen |
Psychotherapie | een vorm van therapie in de psychologie, de psychotherapie richt zich vooral op verschijnselen die ten grondslag liggen aan menselijke storingen en zich zowel geestelijk als lichamelijk kunnen aandienen. |
Psychotisch | psychisch gestoord |
PsyMate | een nieuw zelf-monitoringsinstrument waarbij de patienten symptomen bij zichezelf kunnen herkennen en volgen. |
Raptus | Psychische stoornis die plots ontstaat |
Rationaliseren | Rationalisering is een psychisch afweermechanisme. Het verschijnsel treedt op als iemand door verstandelijk en bewust redeneren tot een rechtvaardiging van zijn acties probeert te komen. Men tracht dus te bewijzen dat het gedrag rationeel en gerechtvaardigd is en vandaar waard is door hemzelf en anderen te worden goedgekeurd. |
Readers | •bundel artikelen over één onderwerp, als studiemateriaal •apparaat om e-books te lezen (vandale ) |
Rebound-effect | Het rebound-effect of het rebound-verschijnsel is de neiging van sommige medicijnen, om na een al dan niet plotseling staken van het gebruik, de terugkeer te veroorzaken van de symptomen die ze bij toediening juist bestrijden. Deze verschijnselen komen dan ook nog eens vaak sterker terug dan voor de medicatie werd gestart. |
Recidieven | Terugkerende |
Recidiverend | terugkerend |
Recidiverisico’s | Dat is het risico dat de persoon hervalt in oude gewoontes (vb personen die OPNIEUW in de gevangenis belanden zijn recidives) |
Reprorecht | Het recht om te mogek kopiëren voor louter eigen gebruik. |
Risicotaxatie instrumenten | Dat zijn instrumenten om het risico te meten dat iets voorvalt, zoals bijvoorbeeld de HCR-20 methode. |
Separatie | scheiding, afscheiding |
Schizofrenie | Geestesziekte waarbij je niet meer goed weet wat echt is en wat niet |
Significantie | Significantie is een begrip uit de statistiek. Een waargenomen effect of correlatie wordt significant genoemd als het onaannemelijk lijkt dat het effect of de correlatie op toeval berust. |
SOAS-R | Dat is de afkorting van Staff Observation Aggression Scale Revised. |
Sociale fobie | Sociale angst (of sociale fobie) kenmerkt zich doordat men in situaties met andere mensen (vreemden en/of bekenden) bang is om bekeken te worden, te blozen, te trillen, te stotteren, kritiek te krijgen of de verkeerde dingen te doen of te zeggen. |
Socialisatie | 1 economie overneming door de gemeenschap= nationalisatie+ desocialisatie, privatisering •de socialisatie der grote bedrijven 2 geleidelijke overgang van privaat bezit in gemeenschapsbezit, hetzij als staatseigendom of in de hand van daartoe ingestelde organen+ privatisering 3 sociologie sociale inlijving, opneming van een individu in de cultuur van zijn omgeving= vermaatschappelijking A ook het worden tot gemeenschapswezen |
Somatische ziekten | 1 lichamelijk (1)+ psychisch (1)•somatische cellen= lichaamscellen+ gonaden, geslachtscellen 2 op het lichaam werkend •somatische geneesmiddelen •somatische therapie •somatische vakken (o.a. neurologie, anatomie, ziekteleer) |
Specifieke fobie | Iemand met een specifieke fobie heeft een intense angst voor een bepaald ding, dier of situatie. De persoon weet eigenlijk wel dat de angst die hij heeft overdreven of onredelijk is. Toch doet hij zijn best om datgene waar hij angstig van wordt, te vermijden. |
Stagnatie | een toestand in ontwikkeling die stop wordt gezet. |
Stoornis van Rett | Het syndroom van Rett, ook wel rettsyndroom of kortweg rett, is een aangeboren aandoening die vrijwel alleen bij meisjes voorkomt en leidt tot ernstige geestelijke en lichamelijke invaliditeit |
Spike-timing afhankelijke plasticiteit (STDP) | is een biologisch proces dat de sterkte van de verbindingen tussen neuronen in de hersenen aanpast. |
Suïcidaliteit | zelfmoordneiging |
Superego | Geweten als onderdeel van de persoonlijkheidsstructuur. |
Stigmatisatie | De onverklaarbare verschijning van wonden, vergelijkbaar met die van Jezus Christus tijdens zijn kruisiging, op de handen, voeten en in de zij van bepaalde mensen die zich verdiepen in de passie van Jezus Christus. |
Triade | Het woord triade (Grieks τριάς) wordt in het algemeen gebruikt voor een groep van drie bij elkaar behorende personen, zaken of begrippen. |
Trichotillomanie | impulscontrolestoornis met een onweerstaanbare drang de eigen haren uit te trekken. |
Verdedigingsmechanismen | een 'techniek' of 'trucje' die de geest onwillekeurig gebruikt om bepaalde driftmatige strevingen en verlangens, en waarheden (realiteiten) die te veel angst of verdriet oproepen, uit het bewustzijn weg te houden. |
Vermijdingsgedrag | Vermijdingsgedrag zorgt ervoor dat een persoon plaatsen gaat vermijden, waar hij voorheen een paniekaanval heeft beleefd. |
Verschijningsvormen | Het zichtbaar uiterlijke. |
Wanen | Zich iets inbeelden wat niet waar is, een onterechte veronderstelling |
cell-content | cell-content |
cell-content | cell-content |
cell-content | cell-content |